webkwestie

Watersnoodramp in Zeeland

Opdracht

Je werkt in tweetallen. Spreek met je leerkracht af of je zelf iemand mag kiezen of dat de leerkracht iemand aan jou koppelt.

Gebruik dit werkblad. (Google-doc of Word-doc)
Probeer daarna met de bronnen onderstaande vragen te beantwoorden

  1. Wat is een overstroming?

  2. Hoe ontstaan overstromingen?

  3. Welke overstromingen bestaan er?

  4. Waarom wordt Nederland zo vaak geteisterd door overstromingen?

  5. Soms zet de mens alles op alles om het water tegen te houden en soms zet men expres gebieden onder water. Bedenk samen de reden.

  6. Wat is springtij in de dijken?

  7. Luister naar het weerbericht van 31 januari 1953. Wat valt je op als je naar het weerbericht luistert?

8. Als jij dit weerbericht gehoord had, zal je dan anders hebben gereageerd dan de mensen in die tijd?

9. Wat was de reden dat er zo weinig mensen gewaarschuwd werden?

10. Stel: Je moet vanwege een ramp minstens anderhalf jaar naar de andere kant van het land. Je hebt slechts 15 minuten de tijd om voor jezelf één koffer te pakken. Wat doe je in die koffer?

11. Wat zal er bedoeld worden met de getroffen mensen? Waarom is het aantal zo hoog, denk je?

12. Luister naar het eerste radio nieuwsbericht op 1 februari 1953. Welk overstroomd gebied noemt de nieuwslezer niet?

Maak nu deze digitale opdrachten voordat je aan de eindopdracht begint.

De weersverwachting van 31 januari 1953

---------------------------------------------------------

Het eerste radio nieuwsbericht op 1 februari 1953

---------------------------------------------------------

Eindopdracht:

Jullie hebben nu heel veel informatie gelezen en gehoord over de watersnoodramp van 1953. Ook hebben jullie hier vragen over beantwoord.

Stel: Het is 1953 en je wordt midden in de nacht wakker, omdat je vreemde geluiden hoort. Je wilt kijken wat er aan de hand is. Als je naar buiten kijkt zie je dat alles onder water staat!

Bedenk nu zelf een verhaal over hoe jij zou reageren en wat je zou doen.